Algemeen gebruik

In chronologische volgorde van gebruik


 

1. Zich ervan verzekeren dat de draagkracht van de vloer voldoende is.
2. Plaatsing van de wapeningen
3. Montage van de blokken
4. Plaatsen van de blokken
De blokken nakijken :  indien een blok gebarsten is op de dwarse wanden tijdens
het transport of het verladen, hem bewaren voor het laatste bed. Doorgaans klinkt een
gebarsten blok « hol » en kan hij dus herkend worden aan zijn verschillende klank.
Niet bewerken met een hamer.
5. Betonneren

Belangrijke voorzorgen voor de ingebruikstelling


 

  • In een watertank of als steunmuur, moeten de zijden die onder water kunnen lopen (binnen-en/of buitenkant) bepleisterd worden.
  • In de binnenste hoek van de muur, aan de verbinding met het vloerbeton, een afkanting maken met verbeterde mortel voor een vochtwerende toeslagstof en een goede hechting verzekeren.
  • Voor zwembaden of waterreservoirs blootgesteld aan vriesweer : Het is aangewezen om de kuip voor de winter te bewerken, d.w.z. gedeeltelijk ondergedompelde « boeien » voorzien die de uitzetting absorberen te wijten aan de vorming van een ijslaag.
  • In silo’s of voor opslag, erover waken dat de betonproducten altijd beschermd zijn tegen een chemische aanval.
  • Ook een afkanting maken in de binnenste hoek, zoals hierboven beschreven.
  • Na het betonneren, voor het opvullen of opslaan, wachten tot de weerstand van het beton voldoende is(Variabele wachttijd afhankelijk van het gebruikte soort cement en de temperaturen. 28 dagen volgens de normen.)
  • Belangrijke voorzorgen bij het opvullen : draineerbuizen, en aanaardingen voorzien volgens de regels van de kunst.

De niet doorlaatbare aanaardingen (sterke grond, mergelaarde, kleigrond, pleistersteen…) die bij vochtigheid en vriesweer kunnen uitzetten moeten geweerd worden.

Opmerking over de kleur van de blokken:

Af en toe, en vooral bij winterweer, is het mogelijk dat er kleurverschillen of bloei optreden op de blokken.